Harmerhütte – dag 5 – vertrouwen

Hemelvaartsdag vandaag. Een perfecte dag voor bananenvis het beklimmen van de berg die het hoogst de hemel in priemt vanuit het Sölktal. Een berg met een fascinerende naam bovendien: der Grosser Knallstein. Toen ik die naam in de pre-productie van deze vakantie tegenkwam wist ik meteen: die tocht ga ik sowieso doen. Verder lezend over deze bergtocht realiseerde ik me dat ik de top nooit zou kunnen halen, want dat bleek iets voor alpinisten met touwen en stijgijzers en wie weet pickhouwelen, maar het bereiken van het plateau op 2/3 van de tocht, waar zich 2 bergmeertjes bevonden, behoorde zeker tot de mogelijkheden.

Eenmaal aan de voet van de berg was ik best een beetje nerveus. Het pad was kneitersteil wist ik uit de voorbereiding, en dat is op zich niet zo’n probleem, ware het niet dat er op de kaart in het tweede gedeelte van de tocht ook sprake was van zeer dicht bij elkaar liggende hoogtelijnen aan weerszijden van dat steile pad, waaruit ik kon afleiden dat ik over een zogeheten grat (een bergkam) zou moeten lopen, met links en rechts ravijnen.

Ik haat graten. Er zijn twee termen die vaak gebruikt worden in beschrijvingen van tochten voor bergwandelaars. En dat zijn de woorden Schwindelfrei en Trittsicher. Trittsicher ben ik wel, vind ik zelf, ik heb een uitstekende (zelfaangeleerde) techniek en glijd, ondanks dat ik als een van de weinige wandelaars zonder stokken loop, zelden uit, laat staan dat ik serieus val.
Maar Schwindelfrei, nee, dat ben ik dus totaal niet. Ik heb behoorlijke hoogtevrees. En een grat betekent voor mij: dubbele hoogtevrees, want van 2 kanten.

Maar ik wilde per se die tocht naar der Grosser Knallstein hebben gelopen. Anders zou het net zoiets zijn als taart zonder kers, kerstboom zonder ballen, neuken zonder, enfin you get the point.

“Hallo”, stelde ik me vanmorgen tijdens het begin van de wandeling voor aan der Grosser Knallstein, “Ich bin Sven, aus die Niederlände..”, respect voor de berg is heel belangrijk hou ik mezelf altijd voor, dat helpt me ook steevast als ik op de fiets een col beklim. De dialoog aan gaan met de berg, en hopen dat de berg het je dan gunt om boven te komen. Want zo liggen de verhoudingen: Je kunt een berg niet bedwingen, de berg moet het je gunnen. Dat is mijn nederige basishouding.

“Sorry, ik zal waarschijnlijk een of twee keertjes op je moeten plassen. Maar dat zal ik zoveel mogelijk doen bij de riviertjes, zodat het snel weer wegloopt. Mag ik alvast zeggen dat ik je heel erg mooi vind, en indrukwekkend?”

Okay, die laatste zin was misschien wat slijmerig, maar ik meende het wel. Als enige bergtop in de omgeving was der Grosser Knallstein zowel geflankeerd door sneeuw als nog in nevelen gehuld. Hij zag er mythisch uit.

Even een foto van later die middag, toen ik daadwerkelijk bij het eerste bergmeertje was aanbeland:

Maar laat ik niet te lang uitwijden. De bedoeling van deze vakantie is om naast mijn hoofd leeg te maken, aan introspectie te doen en te genieten, ook om een beetje uit te rusten. Eens een keertje meer dan 6 uur te slapen. Dat laatste is nog niet gelukt, deze week. Dus ik zal sneller to the point moeten komen in mijn stukjes.

Voor vandaag heb ik alvast een point bedacht. Ik kwam er op toen ik na een intensieve eerste klim van 500 hoogtemeters aankwam bij de Kaltherberghütte. Het bleek een zelfbedieningshütte. Die ontroeren me. Vooral dit altijd:

Er op vertrouwen dat klanten daadwerkelijk geld deponeren in het geldkistje (en het niet leegplunderen) nadat ze een drankje hebben gevist uit de trog met bergwatergekoeld bier en limonade:

Op de terugweg, toen ik een pils nam, en 2,50 in het kistje probeerde te doen, bleef het in eerste instantie hangen op briefgeld, pas toen ik stevig doordrukte ging het in zijn geheel door de gleuf heen.

Vertrouwen. Dat is het, pingde een lampje in mijn hoofd. Ik ben me verantwoordelijker voor mijn werk gaan voelen sinds ik af en toe, en sinds Corona al helemaal, thuis ben gaan werken.

Ik vind dat op zich een geweldige ontwikkeling, meer thuiswerken. Maar ik merk dat ik daardoor wel 2 keer zoveel werk verricht als vroeger (ik bedoel dat negatief). Ik werk nu voor hetzelfde geld effectief 8 uur per dag voor mijn werk, in plaats van 4. Verspreid over 20 uur, dat wel, maar die 8 uurtjes die werk ik. En vaak nog meer ook. Voor het bedrijf en het bedrijf alleen, en niet meer voor mezelf.
Het punt is: ik wil het vertrouwen niet beschamen. Ik ben zo blij met de vrijheid om mijn eigen tijd in te delen (nogmaals: verspreid over 20 uur), dat ik het wel uit mijn hoofd laat om de kantjes er vanaf te lopen. Het is zo fijn om, als het bijvoorbeeld om 15:00 ‘s middags hartstikke mooi weer is, de fiets te pakken naar het Amsterdamse Bos, daar een rondje hard te lopen en onderweg een koffie met appeltaart te nemen bij de Geitenboerderij. Middenin de week, als er bijna niemand is. Dat voelt als het paradijs. En dan vind ik het prima om daarna, om bijvoorbeeld 22:00, nog 2 uurtjes te werken.

Het is zoals bij die zelfbedieningshütte. Natuurlijk doe je die 2,50 in dat kassaboxje. Wie zoiets schattigs misbruikt, die heeft geen geweten. Die is een psychopaat.
Vind ik dan, tenminste.

Misschien kan ik het ook uitleggen via de Albert Heijn. En dan bijvoorbeeld aan de hand van de casus ‘biologische amandelnotenboterpasta’. Die was een paar jaar geleden 3,49. Wat ik al schandalig duur vond voor zo’n klein kutpotje. Maar toen werd ie 4,49. En dacht ik: ja, dikke lul. En ‘vergat’ ik regelmatig een potje op de loopband te zetten bij de kassa.

En toen kwamen de zelfscankassa’s. Wat een vertrouwen! dacht ik. En rekende sindsdien alles netjes af. Ook de biologische amandelboterpasta. Die inmiddels 5,49 was geworden.

En toen werd ik een keer gecontroleerd. 5 items. Ok. Maar niet lang daarna werd ik onderworpen aan een volledige controle. Nou doe ik slechts 1 keer per week booschappen bij de Albert Heijn, ik sla groot in, rij er speciaal voor naar Zaandam (dat vind ik een prettige Albert Heijn – op de Vrieschgroenstraat, een XL, en je kunt er voor de deur gratis parkeren en er zijn bovendien altijd parkeerplaatsen zat. Én ze hebben een goeie, grappige en aardige kok die gratis hapjes maakt) en ik reken steevast meer dan 100 euro af. Wat ik wil zeggen: ik ben een goeie klant.
En ik doe daarbij mijn boodschappen met een zelfscanapparaat, waardoor mijn boodschappen allemaal al ingepakt zijn als ik uiteindelijk aankom bij het zelfscankassapark. Dat doe ik om tijd te besparen. Misschien kun je je voorstellen hoe frustrerend het dan is als je complete kar, met daarin 4 volle Albert Heijn tassen – 2 koelingstassen en 2 gewone (van beiden eentje voor bij L. en eentje voor bij mij thuis), item voor item wordt leeggehaald door een ongeinteresseerde puber, die dat enkel moet doen omdat een algoritme dat aangeeft op zijn controle-apparaatje.

Ik kan daar slecht tegen. En sindsdien druk ik weer regelmatig een potje biologische amandelboterpasta, dat inmiddels 6,49 kost, achterover.

Maar goed, vertrouwen dus. Daar draait het om.

Leave a comment